
Volgen

We hebben weer een gave trip in elkaar gezet, en wat er op papier uitziet als een strak plan… blijkt in de praktijk natuurlijk altijd nét anders te lopen. Dat maakt reizen juist zo leuk.
Onze route gaat dit keer niet via Oostenrijk en Slovenië, maar via Duitsland, Tsjechië, Slowakije en Hongarije. Na een lange eerste dag kwamen we aan in Kassel, waar de camperplaats stampvol bleek te zitten. Geen probleem: de camping ernaast had nog plek en lag ook nog eens aan de rivier. Vanaf ons stoeltje zagen we roeiploegen voorbij schieten – leuker dan tv!
Een dag later reden we Bamberg binnen. Prachtige stad, maar rustig was het allerminst: we belandden midden in het jaarlijkse Sandkerwa-feest. Bier, muziek en gezelligheid op elke hoek. De beroemde Altstad was een plaatje, al bewaren we een rustig bezoek voor een volgende keer.
Daarna trokken we Tsjechië in, op weg naar Brno. De rit verliep soepel tot we in een fikse file belandden, maar uiteindelijk kwamen we goed terecht. Brno verraste ons met zijn levendige centrum, kleurrijke gebouwen en statige kerken. Met de fiets stonden we zo in de binnenstad – ideaal.
Na een korte stop in Slowakije reden we door naar Hongarije. Het landschap bestaat er eindeloos uit landbouwvelden, en inderdaad: bijna driekwart van het land is landbouwgebied. Eindbestemming van de dag: Pécs. Een charmante stad met een imposante kathedraal, mooie pleinen en… een toeristentreintje dat ons flink door elkaar schudde.
De reis is nog maar net begonnen, maar we hebben al een mix van volle campings, onverwachte feesten, files én verborgen parels meegemaakt. Precies wat reizen zo leuk maakt: plannen zijn handig, maar de verrassingen onderweg zorgen voor de mooiste herinneringen.
Bij de grens naar Bosnië werden we ouderwets gecontroleerd: paspoorten laten zien, camper open en even binnen kijken. Prima, en daarna hup weer verder. Tot Banja Luka zat de snelheid er goed in, maar daar leek half Bosnië tegelijk naar huis te gaan. Na die drukte werd het beter: de route werd rustiger én mooier. Slingerende wegen, heuvels en… ineens zagen we gouden koepels blinken. Camper omgekeerd en ja hoor: de Servisch-Orthodoxe kerk van Saint Sava in Mrkonjić Grad. Prachtig gebouw, vriendelijke locals, en natuurlijk een paar foto’s rijker.
Aan het begin van de avond kwamen we in Jajce aan. De beroemde waterval wilden we natuurlijk zien, maar dat bleek een prijzige onderneming: €10 voor een nat pak en een ommetje heen en weer 🙈. De rest van het stadje stelde niet veel voor – veel horeca en losse kassa’s voor elke bezienswaardigheid – dus kozen we voor een wandeling naar de vestingmuur en de beertoren.
De volgende dag trokken we eropuit met de fiets. Via het Plivsko-meer kwamen we bij de “Bridge of Love” en later bij de oude houten watermolens van Mlinčići. Werkelijk sprookjesachtig, alsof je zo een trollenverhaal binnenstapte. Een van de mooiste plekken tot nu toe!
Na Jajce reden we door naar het Ramsko-meer. Daar werden we hartelijk ontvangen door beheerder Petar, die ons om 11:15 uur al een borreltje aanbood (we hebben vriendelijk bedankt 😂). De plek was fantastisch: op een landtong met uitzicht over het water. Fietsen rond het meer bleek wat lastiger – boerderijtjes en smalle paden hielden ons tegen – maar het uitzicht maakte alles goed. Hier konden we wel even blijven.
Op naar Sarajevo! Althans, dat was het plan. De navigatie stuurde ons naar campings via steile, smalle toegangswegen. Geen optie met de camper. We zagen meer Nederlanders stuntelen en besloten dan maar door te rijden naar Foča.
En wie stonden daar alweer? Precies: dezelfde Nederlanders van de vorige camping. Alsof we samen op groepsreis waren zonder het te weten 🙈.
Bosnië verraste ons compleet: orthodoxe kerken met gouden koepels, indrukwekkende watervallen, sprookjesmolens en idyllische meren. En bovenal: veel bekenden onderweg. Misschien toch maar een groepsapp starten? 😉
Vanaf de camping in Foča reden we een prachtige route langs de rivier Drina. Bij de Tara-canyon splitst de rivier zich en passeerden we de eerste grenspost. Via een houten brug kwamen we Montenegro binnen, en tot onze verrassing kregen we zelfs een stempel in ons paspoort. Toegelaten!
Onderweg zagen we een brug ingeklemd tussen twee bergen – even later reden we er zelf overheen. Het vervolg was een geweldige tunnelroute, die we zelfs nog een keer zijn gaan rijden. Zo mooi was het! Daarna volgde de Piva-dam: rechts een enorm meer, links een diepe afgrond. De P14 kronkelde verder, steeds smaller en hoger. Precies zoals we ons Montenegro herinnerden.
De route bracht ons door kleine dorpjes, langs hooibalen en eenvoudige huisjes, en uiteindelijk reden we het Nationaal Park Durmitor in. Een adembenemend landschap, waar de camera overuren draaide. Eindpunt van de dag: een rustige autocamping, tijd voor een welverdiend borreltje.
De volgende ochtend stond het Zwarte Meer (Black Lake) op het programma. In plaats van een wandeling rondom kozen we voor de stoeltjeslift bij het skigebied Savin Kuk. Voor een klein bedrag werden we in twee liften naar boven gebracht. Eenmaal boven keken we neer op het meer en genoten we van een fantastisch uitzicht. Na een uur ronddwalen daalden we weer af. Een topstart van de dag!
Na Savin Kuk bezochten we de beroemde brug over de Tara-canyon. Een indrukwekkend bouwwerk, waar je ook kunt ziplinen – iets voor een andere keer. Daarna reden we door richting Lipovo. Google Maps stuurde ons meerdere keren op verkeerde of onbegaanbare wegen, inclusief gravelpaden en een puinbaan vol kuilen. Het werd een hobbelige rit, maar uiteindelijk bereikten we via een goede omleiding Camp Lipovo, waar we besloten het weekend door te brengen.
De dagen erna stonden in het teken van kleine taken: was doen, de camper wat beter organiseren en boodschappen in Kolašin, een klein skidorp. De rest van de tijd genoten we van het mooie weer, de kwalificatie van de F1 en een rustige middag in de zon.
Naast de camping loopt een riviertje. Een korte wandeling leverde frisse voeten, veel brandnetels en een fotogenieke omgeving op: roze bloemen, een glanzende paddenstoel en grote slakkenhuizen. Terug op de camping werd de dag afgesloten met een test: kip uit de airfryer, volledig op de huishoudaccu. Geslaagd experiment – en erg lekker.
Na een paar mooie dagen was het tijd om verder te trekken. Montenegro had ons opnieuw verrast met spectaculaire routes, ruige natuur en onverwachte avonturen onderweg.
Montenegro liet zich van zijn mooiste én ruigste kant zien: indrukwekkende bruggen, blauwe meren, spectaculaire bergwegen en een flinke dosis avontuur met omleidingen en gravelpaden. Het was soms hobbelen en zweten, maar juist dát maakt reizen hier zo bijzonder. Van Savin Kuk tot Lipovo – elke dag verraste ons met een nieuwe ervaring. Montenegro blijft een bestemming om van te genieten, met een glimlach én een beetje geduld. 😉
Via Podgorica wilden we de “Niagara”-waterval meepakken… tijdelijk gesloten 🙈. Dan door naar Albanië. Bij camping Legjenda werden we vriendelijk ontvangen (ACSI-korting 👍). Eerst plonsen in het zwembad (koud!), daarna op pad voor koffiecups — de hele voorraad ingeslagen. Tegen de avond rondje over de camping: net Disneyland zonder attracties, wél de sfeer.
Bergroute naar Theth: prima asfalt, maar het rijgedrag… creatief. Achteruit manoeuvreren werd zo’n beetje onderdeel van de route. Camping gevonden, wandelschoenen aan en naar de Grunas-waterval. Paden wisselden tussen breed en “klauter eens gezellig mee”. Doorweekt van het zweet, maar gehaald 💪. Druk, gezellig, iedereen dezelfde missie: die straal water van dichtbij zien.
Vroege start, Theth was al vol busjes: Blue Eye? 14 km heen/terug — dit rondje slaan we over. Richting SH20 via Tamarë: eerst saai, dan plots grandioos. P-plek met uitzicht op de slingerweg die kwam — genieten. Onweer op komst, dus terug naar Shkodër. Eerste camping viel tegen, terug naar Legjenda voor twee nachten.
Regen ’s nachts, maar de dag knapte op. Verhuisd naar een camping dicht bij het centrum: ideaal om te voet te verkennen. Stad is geen openluchtmuseum, maar wél leuke plekken: moskee met zinken daken, gele kerk, street art/kunst in het park. Afsluiten met diner, ijsje en een douche die in de top 3 komt. Camping: aanrader.
Op naar Komani. 54 km op papier, reken gerust +1 uur. Koffiestop met uitzicht over Vau i Dejës. Daarna langs de Drin: prachtig, maar de weg werd één grote gatenbingo met wegwerkzaamheden. Eindpunt-camping viel tegen; 500 meter verder perfecte plek aan de rivier — en een gouden plekje vrij. Dag geslaagd.
Verkenningsdag: smalle 470 m tunnel naar de opstapplaats. Chaotisch gezellig: busjes, boten, roepen, wijzen — en alles werkt. Avondprotocol: “kom morgen om 17:00 op de ferry slapen.” Tunnel in, vlak langs een truck-met-boot, ferry op, klaar voor de nacht. Gratis avontuur inbegrepen.
Vroege bedrijvigheid. De ferry vulde zich kunstig: een beetje schuiven, weer een rijtje achteruit, strak langs de reling — en varen maar. 35 km / ~2,5 uur door een fjordenachtig decor. Turquoise water, inhammen, steile wanden. Aankomst in Fierzë en door, want de bergen riepen.
Langs de SH22 met linten van blauwgroen water. Een stuk bosbrandgebied: zwartgeblakerde relicten, indrukwekkend en triest. Borden zeiden SH40, Google Maps riep SH30 — de weg zelf zei: “houd je vast.” Gaten ontwijken, hobbelen, lachen. Eind van de middag een camping met uitzicht: koken? Niet vandaag; restaurantje in, benen omhoog.
Op pad naar drie bruggen. Shkopet: houten hangbrug — wiebelend moed bij elkaar geraapt, tóch overgestoken (en terug 😉). Serina Wood: tijdelijk “bezet” door geiten. Suspension Bridge: fotogeniek, niet functioneel. Trappen terug; kuiten tevreden.
Route omgegooid: via Noord-Macedonië naar Ohrid. Onderweg de Zwarte Drin (dit keer echt donker). Loslopend vee als verkeersregelaars: geiten, koe, check. Het meer zelf? Historisch en diep, maar het raakte ons minder dan gehoopt. Door naar Pogradec (Albanië) voor de nacht.
Langs Kuçovë: oude boortorens en “ja-knikkers” — industriële geschiedenis langs de weg. Camping bij Berat met hartelijke ontvangst, schaal fruit en een schattige traditionele oven. Heerlijke basis.
Overdag naar Berat Castle: binnen de muren ruïnes, straatjes, kleine kerkjes en een topuitzicht. De stad vond z’n mooiste licht in de avond: terrasjes aan, sfeer op standje romantisch.
Route langs Osumi Canyon: eerst matig zicht, later een paar fantastische viewpoints en een loopbrug over en je had een prachtig zicht in de canyon. Dan een afslag: asfalt weg… weg. Na 13 km gravel: brug niet camperproof, advies ter plekke: terug. 71 km terugrijden en nieuwe route naar Gjirokastër. Camping bleek… een oud soort pretpark. Wel perfecte ligging en een vriendelijke ontvangst. Prima voor één nacht, volgende dag door naar een open plek buiten de stad.
Vroeg de stad in, trap- en beenspierdag. Tickets, kanonnen, tank, klokkentoren, daarna afzakken naar het sfeervolle centrum vol winkeltjes en terrassen. Hitte in de stad? Verhuizen naar een ruimere camping net buiten — lucht en schaduw zijn ook wat waard.
Rustdag. Formule 1 aan, winst in de tas 🎉. Wij hielden het bij een korte pitstop.
Albanië trakteerde op contrasten: ferry-fjorden en filevrije vergezichten, hangbrug-bibbers en stadse avonden, topasfalt naast grindpistes. Soms mopperen op Google Maps, soms juichen om een perfecte omweg — maar altijd dat gevoel: de route ís de reis. Met Shkodër als speelse start, Theth als klimklassieker, Komani als hoogtepunt, Berat als sfeermaker en Gjirokastër als steenstap naar het zuiden, was dit stuk Balkan precies wat we zoeken: rauw, warm, eigenwijs en onvergetelijk.
De klok meteen een uur vooruit en “gluren bij de buren”. Zonder strak plan een rustige camping onder de bomen gevonden — stilte, schaduw en een zonsondergang als welkom.
Drukte bij aankomst, file voor de camping en creatief parkeren. Plek geregeld, te voet over de heuvel naar het oude kasteel met panorama’s op de baai. Gyros aan de boulevard, terug met de taxiboot; overdag levendig, ’s avonds sfeervol verlicht.
Strandstops met koffie en uitzicht, maar de gekozen camping bleek onhandig voor een dorpbezoek. Terug naar de stad, boodschappen, andere camping met zwembad: afkoelen, uitblazen, dóór.
Via de Rio–Antirrio-brug (alleen al een bezienswaardigheid) door naar Olympia. Het dorp zelf was uitgestorven; duidelijk: hier draait het om de archeologie.
Kustroute langs Kalo Nero, Kyparissia, Pylos en Methoni (kastel-eilandje in zicht). Plek na plek met uitzichtpauzes. Eind van de dag: toch nog een plekje op een volle camping bij Kalamata (zonder stroom is ook prima).
Op de fiets naar de farmers market; veel vis, veel volume, weinig voordeel. Door het park met historische treinen, kerken met prachtinterieur en een welverdiende mixed grill.
Mistflarden over bergtoppen, koffie aan Itilo Bay, vervolgens de grotten van Diros per boot en te voet. Leeg strand bij Skoutari met kapelletje aan zee; eind van de dag zon & rust nabij Gythio.
Klimmetjes met de fiets lonen: vuurtoren, haven, cactussen en het scheepswrak Dimitrios op het strand. Indrukwekkend dichtbij.
Slingerend langs zee naar Nafplio: fort boven de stad, eilandfort in de baai, straten vol bougainvillea. Donkere lucht → door naar Korinthe. Dinermiscommunicatie leverde een “culinaire slapstick” op; les geleerd.
De afzinkbare brug bij het kanaal in actie gezien; zelf via een andere brug overgestoken. Langs verbrande hellingen richting de warmwaterbronnen van Thermopylae: eerst alleen kijken (gladde stenen), de volgende dag erin — heerlijk!
Katoenen velden langs de route, dan de rotsen van Meteora. Auto gehuurd, kloosterronde gedaan (o.a. Rousanou, Varlaam, St. Stefanos). Trappen, uitzichten, fresco’s; elke stop een wauw-moment. Volgende dag: wassen, genieten van de zon, F1 en niets meer moeten.
Door bergen, foutje van de navigatie gecorrigeerd en via de Acheron Springs gewandeld (koude rivier, smalle paden, tunnels). Aan zee “wild” overnacht met Korfoe in zicht — fotowaardige zonsondergang.
Soepele grens, bekende camping als ankerpunt. Later in de reis nogmaals door Shkodër: mix van snelle doorgaande wegen en binnenwegen met kuilen en creatieve verkeersoplossingen.
Onderweg langs resorts in aanbouw; sfeer verandert snel. De Llogara-pass gaf het klassieke werk: haarspelden en harde wind op de uitzichtpunten. Overnacht aan de baai van Vlorë, golven als white noise.
Lange rit terug naar Shkodër met omwegen, drempels en onverwachte afslagen. Toch op tijd de stoelen buiten en de zon meegepikt.
Grenswachter met geduld, wij met koffiedorst. Orthodoxe kerk bezocht (overweldigend interieur), Sveti Stefan bewonderd vanaf de kust. Budva Old Town leuk, ijsje minder (prijs/kwaliteit mismatch). Avondwandeling maakte veel goed.
Door vallei en rotsmassieven naar de hoofdstad. Per fiets naar de olympische bobsleebaan (street art op beton), lopend over het traject en met de kabelbaan terug de stad in. Oude wijk, kerken, moskeeën, levendige terrassen; museum overgeslagen (prijs/drukte).
Grensovergangen vlot, geplande overnachtingsplek dicht; alternatief 40 km verder gevonden.
Eerst zonnen bij de camper, daarna op de fiets naar de Markthal (toeristisch maar leuk). Volgende dag een grote stadsronde: Schoenen aan de Donau (indrukwekkend), Parlement, naar Buda voor het Vissersbastion en Matthiaskerk, trappentraining bij de waterval en uitzicht, afsluiten met diner en terug.
Gratis OV voor 65+, maar alles te voet en tram. Astronomisch uurwerk (showtje gezien), over de Karelsbrug naar de burcht, St.-Vitus van binnen én 287 treden de toren op. Oudste kroeg gespot; voldaan terug.
Camperplaats aan de Elbe; te voet over de Augustusbrug. Zwinger, Semperoper, Frauenkirche (herbouwd), porseleinen vorstenfries, Brühlsche Terrasse. ’s Avonds nog een rondje in het blauwe uur.
Opgestegen met luchtballon-silhouet bij zonsopkomst en daarna doorscheuren: zondag = weinig vrachtverkeer. In één ruk thuis, camper op een mooi getal geparkeerd. Uitpakken? Morgen. Eerst voeten omhoog.
Deze slinger door Zuidoost-Europa was precies waarom roadtrips verslavend zijn: bruggen die zakken, kloosters die zweven, fjorden per ferry, haarspelden in de bergen en stadscultuur in lagen. Soms hobbelen over gravel, soms zuchten om een mislukte ijsbestelling, maar steeds weer dat gevoel dat de omweg de bestemming is.
Griekenland gaf zee en stenen verhalen; Albanië de ruigheid en passen; Montenegro de dramatische kust; Bosnië de geschiedenis met sportsporen; Hongarije en Tsjechië de grand cafés en kathedralen; Duitsland de barokke grandeur — en thuis de rust.
Volgende keer? Zelfde vrijheid, nieuwe bochten.